De Watersportvereniging Papendrecht is opgericht 10 november 1953. De vereniging telt ongeveer 320 leden en donateurs waarvan de meeste leden actief watersporter zijn. Een kleine ploeg van leden, het zogenaamde Haventeam, zorgt voor het onderhoud van de haven en de accommodaties. Tevens verzorgt dit team het hijsen en transporteren van de boten op het terrein.
Historisch overzicht van de Watersportvereniging Papendrecht ter gelegenheid
van het 50-jarig bestaan op 10 november 2003,
samengesteld door de redactie van de
DE WATERK®ANT
Contactorgaan voor leden van de Watersportvereniging Papendrecht
Redactie: A. Kraaijeveld, W. van Loon en M. Zaal
50 jaar Watersport Vereniging Papendrecht
Hier begon het, op de voorgrond het Balkengat, daarachter de Pontonniershaven
Op deze (kranten)foto ziet u het al lang niet meer bestaande Balkengat met op de achtergrond de Pontonniershaven. Oud en nieuw bijeen. De Pontonniershaven is rond 1900 speciaal voor de pontonniers gegraven. Ook de loods van de WVP dateert uit die tijd (1928).
Van de mannen van het eerste uur hebben wij geen foto’s. De notulen vermelden als oprichters van de WVP C. Verdoorn, J.v.d. Peijll, C.S. de Voogd van der Straten, J.C. Buyzer en C. van den Berg. De datum was 10 november 1953.
En wat men wilde? Volgens oude, handgeschreven notulen wilden ze een echte jachthaven. De gedachte was om op het Slobbbegors een haven uit te graven en een verenigingsgebouw neer te zetten. Ze waren het aardig eens, maar vonden een uitgave van 50 mille niet verantwoord.
Een strak georganiseerde vereniging was het niet. Er werd in het begin regelmatig vergaderd, getuige de handtekeningen in het boek, maar notulen werden er niet opgemaakt.
Behalve Plan Slobbegors werd ook gedacht aan een jachthaven op de Ketelplaat (het huidige industrieterrein Oosteind bestond nog niet) en de Molenpolder. De opmerking, dat er bij een jachthaven in de Molenpolder meer sprake zou zijn van een vijver dan een haven, is in de notulen bewaard gebleven.
In die tijd bleef het onderkomen van de watersporters het Balkengat, getuige deze foto’s van rond 1960.
Wat ze verder nog deze behalve praten over de haven? Deze foto van het verzamelen voor de Vijfeilandentocht voor het groothoofd in Dordrecht geeft daar een aardig beeld van.
In 1959 werd besloten een concept te maken van statuten, huishoudelijk reglement en een havenreglement in verband met het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid.
Het was een spannend jaar. De scheidingsdam werd opgehoogd en daarmee samenhangend was een bliksemvergadering op zaterdagmiddag nodig; dat kon in die tijd nog. Door plannen van Aviolanda voor een helihaven op het Slobbegors vallen de havenplannen in het water. Van Van Rossum (AVAROS) komt de mededeling dat de vloot zal moeten uitvaren. Een trieste en vooral zorgvolle ontwikkeling.
Verzamelen voor de Vijf-Eilandentocht ter hoogte van het Groothoofd
In 1960 worden de statuten geregistreerd bij notaris van Es. Er komt een verenigingsvlag om bij wedstrijden te gebruiken.
De openings- en sluitingswedstrijden haalden toen uitgebreid de krant, Zonder volledig te zijn, toch een paar namen: Van den Berg, De Heer, Kooij, Tuytel, De Voogd van der Straten.
En de foto laat het zien: de Merwede vol zeiljachten en motorboten; niks duwbakken, tankvaart of containerschepen.
Voor een vacature in het bestuur wordt met 11 van de 14 stemmen de heer G. Dekker gekozen. In zijn openingswoord sprak hij over het doen groeien en bloeien van de verenging en rekende daarbij op de steun van de leden.
Ondanks een dreigend vertrek wordt in 1961 het vlot in het Balkengat verlengd. De voorzitter heeft daarna met een stunt, die het hele dorp in rep en roer bracht, de haven uitgediept. Het was een kijkspel waarop ook gemeenteambtenaren niet uitgekeken kwamen. De notulen spreken over bijdragen “in natura” en “leden die zich weerden als leeuwen bij het verleggen van het vlot”.
Zo mooi kon het Balkengat zijn
In februari 1962 ontstaat er door uitzonderlijk hoog water en storm veel schade aan de uithouders. Tijdens de ledenvergadering dat jaar waren 3 bestuursleden afwezig en werd er weinig besproken. De secretaris eindigt dan ook de notulen met de zinsnede “Het spijt me, maar dit is dan ook alles”.
Van het Balkengat kunnen we niet genoeg krijgen. Is het de romantiek of zijn het valse sentimenten. Vroeger was niet alles beter, echt niet. Maar als je ouder wordt, is er zo
veel “vroeger”.
Van de vergadering van april 1963 begint met het in acht nemen van een minuut stilte in verband met het overlijden van de heer Slingeland. Als eerbewijs aan de overledene wordt diens vrouw tot ere-lid benoemd. De herinnering aan de heer Slingeland leeft voort in de vorm van een koperen bel in het havenkantoor.
De discussie over een haven wordt weer met nieuwe energie gevoerd.
Rijkswaterstaat heeft nu concrete plannen voor de bochtafsnijding bij de Noord. Dat deel van het Slobbegors waarin de watersporters hun jachthaven hadden gedacht en waar op dat moment de heli-haven was, moet worden opgeofferd. Ook Panorama moet verdwijnen en het restant van het Balkengat zal gedempt worden.
1964
De financiële toestand maakt verhoging van het liggeld onvermijdelijk. De contributie wordt 5 gulden, het entreegeld 20 gulden en het liggeld 80 cent per strekkende meter lengte maal halve meter breedte. Toch “goeie ouwe tijd”?
1965
Over de plannen voor een nieuwe jachthaven valt nog steeds geen zinnig woord te zeggen.
1966
Tijdens de jaarvergadering wordt aan de aanwezige loco-burgemeester Cees van Wijngaarden uitgelegd hoe hoog de nood is gestegen. Zijn advies was lid te worden van de Sportraad. Ook zegde hij toe naar een oplossing voor de moeilijkheden rond de ligplaatsen te zullen zoeken.
Dan komt het aanbod een deel van de Kooihaven te mogen gebruiken voor F.1.000,– per jaar. Besloten wordt een lening aan te gaan voor het doen vervaardigen van vlotten en uithouders.
Ondanks dat er vanaf het begin gesproken is over een andere, echte haven, doet het vertrek uit het Balkengat zeer. De vlag, die half stok hangt, spreekt boekdelen. Het schip op de voorgrond was van Rinus Boele (Kappie)
De vlag half stok.
Zelfs de kranten hebben er toen aandacht aan besteed.
Ligplaatsen in de Kooihaven, achteraf beschouwd, van korte duur.
Er verschijnt een berichtje in de krant dat de Pontonniers, c.q. het detachement vaartuigendienst G.O.C. van de Koninklijke Landmacht uit Papendrecht zal vertrekken en zich zal vestigen in Fort Crevecoeur bij Empel.
De naam van de Pontonniershaven komt dan nadrukkelijk in de havenplannen naar voren.
Op 3 mei 1968 is de accommodatie Pontonniershaven een feit! Probleem is nu niet mee een eigen haven, maar de vraag: hoe richten we hem in? De havenindeling bestond toen uit één lang vlot. Een jaar later wordt een hijsmast geplaatst. En voor wie nieuwsgierig waar die is gebleven? Via Streefkerk zijn mast en giek in Wijk en Aalburg terecht gekomen en worden daar nog steeds gebruikt. In 1970 wordt tijdens de ledenvergadering de tekening met de nieuwe indeling van de jachthaven gepresenteerd. Het blijkt een goede oplossing voor het ruimteprobleem te zijn.
De officiële ingebruikname van de haven vindt plaats op 1 mei 1971 met de tewaterlating van de ”Carpe Diem” van Jan en Gre Riphagen. Veel en leuke publiciteit voor onze vereniging!
Groeiend aantal leden
De vereniging beschikt nu over een prachtige accommodatie en velen willen wel lid worden van onze WVP. Tijdens de leenvergadering van 1971 worden 57 nieuwe leden welkom geheten. Die groei zal zich de daarop volgende jaren nog voortzetten. In 1977 wordt het 425ste lid aangekondigd. Een jaar later wordt besloten te zoeken naar een vorm van een ledenstop.
De groei van de haven had ook andere consequenties. Veel leden. Veel vraag naar een ligplaats. Steeds groter wordende schepen. Al in 1972 komt de 10-metergrens aan de orde. En zeker niet voor de laatste keer. Om voor een ligplaats in aanmerking te komen zijn er zelfs leden die er voor kiezen hun schip van een opklapbare neus te voorzien, teneinde binnen die 10-metergrens te blijven.
Wie zich afvraagt hoe dat ging moet maar eens naar onderstaande foto’s van Bertus Gaal kijken.
Hij heeft de kop van zijn schip afgezaagd. De neus dichtgelast. In de tuinvijver geprobeerd of dat losse onderdeel wel dreef. Vervolgens heeft hij een constructie gemaakt om de losse neus weer (onzichtbaar) te bevestigen en in voorkomende gevallen op te klappen.
Hij was niet de enige in onze haven die dat zo had uitgevoerd.
Het zou goed kunnen dat de haven van Papendrecht wel de enige haven in Nederland is, waar deze oplossing voor het ruimteprobleem is bedacht.
Om de haven goed te onderhouden is de Technische Commissie actief. Ook bij de winterberging en het weer te water zetten van de schepen in het voorjaar verrichten zij veel hand- en spandiensten, Bijeenkomen deden zij in het begin in het havenkantoor, heel lang het onderkomen van havenmeester Cees van den Berg. ’s Winters was het daar net een plaatje.
Mooi en romantisch op een winterdag, maar wel: vergane glorie
Terug van een laskarweitje
De Baleybrug over de Geul
De haven was bereikbaar via een baleybrug over de Geul. Het water liep achter de huizen aan het
Bosch en kwam uit in de Pontonniershaven. Later is het open water afgedamd en was die verbinding er niet meer. De baleybrug, maar ook Linge beton op die plaats kunnen we ons haast niet meer voorstellen.
Wie over de brug kwam, zag eerst rechts het havenkantoor. Daar begon de toegang tot het lange vlot. Verder links stonden een aantal loodsen van de voormalige pontonniers. Jongerencentrum Omah was er bijvoorbeeld gevestigd. En de padvinders. En de zeilmaker niet te vergeten.
Terug naar het havenkantoor. Uiteraard onderhoudt de TC zijn eigen onderkomen perfect. Op de foto ziet een aantal actievelingen druk bezig met het schilderen van het toenmalige havenkantoor. (Op de plek waar nu de bushalte en het Jannepad zijn). Het is dan al 1985. Met het totstandkomen van de wijk Buitenwaard is dat allemaal verdwenen.
Aan de zuidzijde van de haven staat nog een loods. Die bestaat gelukkig nog steeds en is voor de vereniging onmisbaar. De TC heeft er haar onderkomen en veel gereedschap en materieel staat er opgeslagen.
Tussendoor een foto van de TC. Met een kraan zijn de vlotten op de hoge kant getrokken voor onderhoud. Op de achtergrond slechts een kastanjeboom, geen Buitenwaard vol huizen.
En kijkend naar nu, 2003, blijkt de TC nog steeds actief en nog steeds onmisbaar te zijn. We komen er op terug.
Piet Bezemer, Jos Koolwaaij, Hans Verheij en Rien Zaal
En we willen weten dat we een Papendrechtse vereniging zijn
Ondanks het feit dat er altijd voorzichtig gewerkt wordt, gaat er toch wel eens iets fout.
Voorjaar 1978 zonk De Stern. Dat klinkt dramatisch en dat was het ook. Na de tewaterlating was er druk gepoetst en waren er boodschappen aan boord gebracht. ’s Avonds was het allerlaatste aan boord opgeborgen met de bedoeling de volgende morgen te vertrekken. En dan, o schrik, alleen de zeiltjes nog boven water. Met vereende krachten werd het er een band onder het scheepje van Romijn doorgetrokken. Grotere schepen trokken hem naar boven. Met behulp van een klokpomp werd het water er uit gepompt. Behulpzame handen pakten de natte inboedel aan en gingen die te drogen hangen. Een monteur (Siem Kamp) begon meteen aan de motor. Voordat alle water uit het schip was liep de motor al weer.
En de oorzaak: een lekkende inspectiekoker.
Domme pech.
Op de foto: schepen van Janus Verbree en Piet de Bruin, de roeiboot van de WVP en het schip van Kooyman. Op de rug gezien: Frie van Bockhoven en Joost Holster.
ACTIVITEITEN
De vereniging gaat nu ook activiteiten organiseren.
In 1972 wordt voor het eerst een bejaardenvaartocht georganiseerd. Doel was zowel de ouderen een leuke dag bezorgen, als de maatschappelijke functie van de watersportvereniging onderstrepen. Daarnaast bleek het voor veel leden een leuke gezamenlijke activiteit in het begin van het vaarseizoen, een soort openingstocht. De eerste tocht ging over het Wantij naar de Schotbalksluis en weer terug. Via de Anbo werd het contact gelegd met de bejaarden. Heel wat ouderen genoten van een daagje mee-varen.
In 1977 wordt voor het eerst een bejaardenvaartocht in de Biesbosch georganiseerd. De deelnemers worden met bussen naar de Spieringsluis gebracht en kunnen daar inschepen. Een nieuw initiatief, dat zeer geslaagd blijkt.
In 1978 gaat de tocht vanuit Papendrecht via Wantij, Ottersluis, Nieuwe Merwede, Spieringsluis, Biesbosch, Amer en Kil weer terug naar Papendrecht. Een heel ander soort tocht. En achteraf blijkt dat de bejaarde gasten vooral het gekrioel bij de sluizen zeer vermakelijk hadden gevonden. Zo’n jaar of tien hebben de jaarlijkse vaartochten geduurd. En waarom het toen stopte? Veel ouderen waren al eens mee geweest. Anderen hadden het zo druk met allerlei activiteiten dat voor een zaterdag met de WVP geen tijd overbleef.
Het was leuk geweest, maar het stopte.
Een andere activiteit ontstaat in 1976. Dan komt de (toenmalige) redactie van de Waterk®ant voor het eerst bijeen. Pauw Seton, Rien Schelling, Arie de Bruin en Maria Zaal. Het eerste nummer verschijnt in september 1976. Met wat vallen en opstaan is het steeds gelukt om iedere 2 maanden een clubblad bij de leden in de bus te laten vallen.
Behalve een bescheiden startsubsidie heeft het de vereniging en daarmee de leden nooit geld gekost, dankzij trouwe adverteerders.
En dat al 160 uitgaven lang.
Jeugdzeilen
In 1979 had het KNWV een aanbieding voor de aangesloten verenigingen. De mogelijkheid enthousiaste leden op te leiden tot jeugdtrainer. Twee jonge leden hebben van die mogelijkheid gebruik gemaakt. Daarnaast bestond de mogelijkheid dat het KNWV met een ervaren trainer plus een trailer met 6 optimisten plus een videocamera, een dag zeilinstructie voor de jeugd kwam geven. Er bleken genoeg aanstaande zeilertjes te zijn. Het hele gebeuren vond plaats op de Afgedamde Maas. Vrijdagavond verzamelden de begeleidende schepen zich en bereidden de bemanningen zich voor op hun taak van zaterdag. Gezellig met een borreltje en veel moppen van Henk Fröling. Zaterdagmorgen was het vroeg dag voor schippers, KNV instructeur en aanstaande zeilertjes. Het was een dag met soms nauwelijks wind, maar met de middag ook forse rukwinden en buien.
Aan het einde van de middag konden de kinderen aan boord van de “Isabella” hun prestaties op video terug zien. Dat was leerzaam, maar zorgde ook voor veel hilariteit. Veel ouders, die inmiddels hun kroost weer kwamen ophalen, probeerden vanuit het gangboord een blik te werpen op de video. Helaas zijn er geen foto’s om te laten zien hoe diep het schip toen lag.
De daarop volgende jaren werd het jeugdzeilen vanuit de vereniging georganiseerd. Eerst met theorie uit een leuk stripboek. De praktijk vond daarna plaats op de Kralingse Plas vanaf Jachtwerf Oceaan.
En dan worden kleine zeilers groot, dan stopt het jeugdzeilen.
Na een dag hard oefenen… op naar de video
Klaar, ze kunnen zeilen….? De begeleidende schepen op de Afgedamde Maas
En later werd gezeild bij Jachtwerf De Oceaan van Jan van Vliet op de Kralingse Plas
Feesten
In 1978 wordt het 25-jarig bestaan van de vereniging groots gevierd.
Receptie op de Pieter Caland. En daarna aan boord groot feest en lekker eten.
Ook het 30-jarig bestaan van de vereniging wordt uitgebreid gevierd met een feestavond in De Palm. Een receptie vooraf hoorde er weer bij. Het voltallige bestuur, bestaande uit Geerit Rietveld, Izaak Stehouwer, Bert Mulder, voorzitter Gerrit Dekker, Cees van den Berg, Jan Riphagen en Jan Erkelens namen de gelukwensen in ontvangst van onder meer burgemeester Soetendaal.
De leden amuseerden zich prima en genoten van een verrukkelijk buffet.
In het huidige havenkantoor hangt nog een glas-in-lood raampje aangeboden door de Waterk®ant ter gelegenheid van het feest.
Gelukwensen voor het bestuur van Burgemeester Soetendaal en echtgenote
Ook voor de leden een gezellig samenzijn
Het buffet was fraai verzorgd
Ook het 40-jarig bestaan is gevierd. Deze keer met een avond in Dorpshuis “Cultura”. Uiteraard hoorde daar ook een receptie bij. Die avond werden er twee leden gehuldigd die al vanaf de oprichting lid waren, namelijk Cees van den Berg, inmiddels overleden, en Arie de Heer, nog steeds varend lid van de vereniging.
Ook dat was een gezellige avond. Neen, we hebben geen foto’s om het aan te tonen. Het feit dat burgemeester Bandell en zijn echtgenote de hele avond hebben mee gefeest spreekt voor zich.
Nu staan we aan de vooravond van het 50-jarig bestaan van de WVP.
Hoe zal daar op terug gekeken worden? Later.
De zeilers van de WVP bij het startschip voor de Driemolenbokaal
De WVP is een vereniging van motorbootvaarders, maar zeker ook van zeilers. En dat willen ze weten ook. Zo halverwege de jaren tachtig kriebelde het. De zeilers wilden wel eens onderling hun krachten meten. Uiteraard zochten ze ook de gezelligheid van samen iets ondernemen.
31 mei 1986 werd de eerste Driemolencup gezeild op het Haringvliet. Dat jaar, maar ook de volgende keren was er een baan uitgezet rond Tiengemeten. De aanpak was serieus: een wedstrijdreglement en een rating voor een eerlijke uitslag. Motorboten waren ook welkom als begeleiding en voor de gezelligheid. De hele groep was steeds te gast bij de watersportvereniging en Middelharnis. ’s Avonds waren prijsuitreiking en buffet in het Dieckhuus. De laatste Driemolencup is gezeild op 15 mei 1993. Het enthousiasme van de deelnemers leek minder te worden. Er kwamen te veel afmeldingen. Sommigen wilden liever niet zeilen bij slecht weer. De Driemolencup werd in de kast gezet en is daar tot nu toe gebleven.
Ook de bejaardenvaartochten waren opgehouden te bestaan. De behoefte om met elkaar aan het begin van het seizoen iets leuks te doen niet. Een groepje mensen begon met het organiseren van een tocht rond het Hemelvaartweekend. De foto’s zijn van het weekend van 1990 en spreken grotendeels voor zichzelf. Het zaklopen, bbq-en en het spelletje (neen, we weten niet hoe het heet, wel dat het leuk was) speelden zich af in de Biesbosch. Soms werd er ook iets georganiseerd in of bij een jachthaven. De deelnemers waren enthousiast. Het organiseren en de voorbereiding waren toch veel werk en nieuwe ideetjes ontwikkelen is lastig. Na een aantal succesvolle jaren hield ook deze activiteit op te bestaan.
Zomaar een pagina uit fotoboek van een deelnemer aan de Hemelvaart tochten
bijna alle watersporters houden wel van barbecue-en
een heel bijzonder spelletje
Al heel wat jaren wordt het vaarseizoen afgesloten met een BBQ avond in de loods. Piet de Bruin en zijn dames zijn de gangmakers daarbij. Het doel: lekker eten en gezellig bijpraten. Geprobeerd wordt daar steeds iets anders bij te bedenken. Zoals een verhalenwedstrijd. Of een wedstrijd met bijzondere dameshoedjes. Of voor de heren: speciale stropdassen.
Foto’s hebben we er niet van.
Zou iedereen het te druk hebben gehad met lekker eten?
De sterke verhalen hebben in de Waterk®ant gestaan.
En dan Sinterklaas. Voor ons is niet meer te achterhalen sinds wanneer schepen van de watersportvereniging Sinterklaas tegemoet varen. Samen met de leden van de reddingsbrigade zorgen zij ervoor dat de Sint mét al zijn Pieten veilig in Papendrecht aankomt. Eerst kwam de Sint op ’t Zand aan, daarna bij de Pont, nog later op het Slobbegors.
De laatste jaren komt de Sint in de jachthaven aan. Het hele pad om de haven staat dan vol met kinderen (en hun ouders), een kinderkoor zorgt voor vrolijke liedjes, het paard wacht geduldig. De watersporters nemen vast wat Pieten aan boord en, meteen als ze voet aan wal hebben gezet in Papendrecht, gaan die al aan de slag. En de helpers van de Sint krijgen een banketletter. Mmmmm. Het is weer bijna zover.
Ieder voorjaar is er de Rommelmarkt van de heren Ja-Pie (Janus Verbree en Piet de Bruin). De loods wordt opgeruimd. Er worden schragen neergezet. En een ieder kan zijn overtollige inventaris van schip en huis proberen aan de man of vrouw te brengen. Beroemd zijn de taarten van het Rad van Avontuur. En wie wil niet die overheerlijke erwtensoep missen?
En wie niets te kopen of te verkopen heeft gaat in ieder geval even kijken voor de gezelligheid.
Nel Rietveld en Wil de Jong druk in de weer met erwtensoep
Koopman Piet de Bruin: wie maakt me los ?
WERKEN AAN DE HAVEN
Voorjaar 1980 is er een informatieavond over plannen van de gemeente Papendrecht met de Buitenwaard en de Jachthaven. Plannen rond de dijkversterking maakten daar ook deel van uit. En voor de aardigheid. De noordwesthoek bood ruimte voor een achtkantig paviljoen annex clubhuis. Langs de noordzijde was ruimte voor “knippen en scheren”, overigens deels onder een overkapping. Inde hoek was een botenlift bedacht. De noordoosthoek gaf mogelijkheid voor woningbouw, ouderenhuisvesting als ik me goed herinner. Aan de oostzijde was een mogelijkheid voor berging van schepen op de wal. Van de zuidkant van de haven zou niets overgebleven zijn: flats met bijbehorende parkeergelegenheid.
Plannen te over dus, maar deze zijn nooit tot uitvoering gekomen.
Plannen die wel gerealiseerd werden ziet u in de krant aangekondigd.
Overigens de activiteiten die geleid hebben tot de huidige vorm en indeling van de haven komen later aan de orde.
Zo zag de haven er in die jaren nog uit.
En ondertussen gaat het (watersport)werk door.
Deze foto’s zijn van 1985 .
Behalve een mast met een giek beschikte de vereniging ook over een dwarshelling. Uiteraard met een vaste ploeg om hem te bedienen. Om beurten kon er op aanvraag gehellingd worden. De hellingploeg zorgde ervoor dat alles goed en veilig verliep. Zij rekenden aan de hand van de getijdetabel uit hoe laat je erop of eraf kon.
Weer anderen hielden zich bezig met het onderhoud van mast en giek.
Schilderen was een klus waarvoor je geen hoogtevrees moest hebben!
Jo Klaris, Jos Koolwaaij en Guus Knol en op de foto hieronder ook Bas Markesteijn
Bas Markesteijn , Jos Koolwaaij en Jo Klaris. De boot is van Henk van Duin
Zo stond een schip op de dwarshelling
In de winter van 1985 was er veel ijs in de haven. Zoveel dat het ijs de palen van de vlotten opzij dreigde te drukken. De haveningang kon met veel inzet nog wel ijsvrij worden gehouden, maar achterin werden sleuven in het ijs gezaagd om zo ruimte te scheppen. En voor zie zich afvraagt of het ijs wel veilig was. Ja, het was veilig, zo’n 30 cm dik. De meeste schepen die in het water waren gebleven hadden dat voorjaar ook lakschade, zo tussen water en wind.
De mast en giek waren prima omschepen op de wal of weer te water te zetten. Het hijsvermogen was echter beperkt. Maar, al gaat het goed, het kan altijd beter. Bedacht werd in 1985 dat een eigen botenlift veel gemakkelijker zou werken, veel veiliger zou zijn en veel zwaardere schepen op de wal zou kunnen zetten. In de loop der tijd waren heel wat kleine scheepjes vervangen door grotere en dus zwaardere exemplaren. Ook was al bekend dat de indeling van de haven zou moeten veranderen in verband met de dijkversterkingswerkzaamheden.
Er werd gedacht, getekend, gerekend en nog een keer gerekend. De financiën werden bestudeerd. De knoop werd doorgehakt. Er zou een traversgebouwd gaan worden. En in een vereniging met ijzerwerkers en lassers doe je zoiets zelf. Het resultaat mocht en mag er zijn. Veel werkers aan de travers staan op de foto: Jan Riphagen, Jan Veen (de grote rekenaar), Toon van Wijmeren, Aalt Jansen, Wim Batenburg, Wim Dekker, Aai Bezemer, Hans Verheij, Janus Verbree, Henk Herwig, Cees van den Berg en Jos Koolwaaij.
In 1971 was de “Carpe Diem” van Jan Riphagen het schip dat bij de officiële opening van de haven betrokken was. Ook de officiële ingebruikname van de travers kwam voor zijn rekening.
En dan toch maar weer een anekdote.
Voor het slaan van de palen was netjes een vergunning aangevraagd. Maar die dingen kosten tijd. En soms is er dan opeens een “bevriende” heibak in de buurt die zo’n klusje wel even kan en wil doen. Ambtenaren (in het vorige gemeentehuis) bogen zich nog over de vergunning, totdat één van hen naar buiten keek en constateerde: Hé, zo moet het dus worden… De palen waren geslagen. Uiteindelijk is alles weer goed gekomen. Burgemeester Bandell gaf acte de présence bij de ingebruikname en zorgde er ook nog voor dat er een groot anker op de hoek van de Jachthavenweg en de Pontonniersweg kwam te liggen. Eind goed, al goed.
Werken aan de travers
Klaar voor gebruik
Jan Riphagen, Jan Veen, Toon Verwijmeren, Aalt Jansen, Wim Batenburg, Wim Dekker,
Aai Bezemer, Hans Verheij, Piet Peterzen, Janus Verbree, Henk Herwig,
Cees van den Berg en Jos Koolwaaij.
En wie zich afvraagt hoe die mannen dat nou allemaal voor elkaar kregen, kan ik niet helemaal aan een goed antwoord helpen. Wel is het aardig om eens te kijken naar al het rijdend materieel waarover de vereniging beschikt.
Een gele hompeldepomp, ooit in gebruik als betonstortkar (japanner) en al jaren in gebruik om de jukken te verplaatsen.
Een oranje tractor, die na een arbeidzaam leven, nu gebruikt kan worden om bijvoorbeeld de hydraulische bootwagen te bedienen.
De groene tractor met hijsarm, die gebruikt wordt voor het verzetten van de hydraulische bootwagen inclusief schepen. En uiteraard voor alle voorkomen hijswerkzaamheden.
En verder zijn wat aanhangwagens en bandenwagentjes, kruiwagens, fraaie karren met fietswielen op de vlotten om de spullen aan boord te brengen.
Voor het echte waterwerk is er een (afzinkbaar) ponton, waarmee drijvers gelicht kunnen worden, Eén roeiboot met b.b.motor. De rip-jet om bij ijsgang de haven vrij van ijs te maken en te houden.
En als we dan toch gaan opnoemen: las- en brandapparatuur, kelderwinches, takels, hydraulische- en klokpompen, hoge drukspuiten en verder bijna alles wat in een goed gesorteerde ijzerwinkel is te vinden.
Op de onderste foto: Aalt Jansen en Jo Klaris
DIJKVERSTERKING – HERINRICHTING HAVEN
Tja, en wie zoveel kennis van zaken heeft en over zoveel spullen kan beschikken durft ook hele grote klussen aan. In de winter van 1997/1998 vond de herinrichting van de haven plaats.
In verband met de dijkverzwaring verdween de kademuur aan de noordzijde en werd vervangen door een talud. Dat talud liep door aan de westzijde, waar betonfabriek Linge en Van Rossum verdwenen waren. Ook aan de oostzijde kwam een talud. De dwarshelling was er na de komst van de travers niet meer. Aan de kant van de loods kwam een damwand. De toegang tot de vlotten werd ook verplaatst naar de zuidzijde van de haven. Er moesten palen worden getrokken en nieuwe palen geslagen Er kon geen schip in de haven liggen en uiteraard werden de vlotten elders opgeslagen (Rietbaan)
Nadat de aannemer met zijn materieel weer vertrokken was konden de mannen van de vereniging weer aan de slag. Vlotten op maat maken. Uithouders aanpassen. Nieuwe vlotten maken. Nieuwe toegangen maken, Bordessen in elkaar zetten. Ik geloof niet dat er ooit zo hard gewerkt, dag in, dag uit. Ik denk niet dat er ooit zoveel koffie gedronken is om weer warm te worden. Ik weet dat het een extreem koude winter was; de elfstedentocht werd verreden.
Gelukkig was alles op tijd weer klaar.
Van alle werkzaamheden bestaat ook nog een videoband.
In september vond de feestelijke (her)opening van de haven plaats door burgemeester Tuijnman.
De voorzitter herinnerde in zijn terugblik op 50 jaar WVP aan de uitspraak van de burgemeester. Daar hoort uiteraard ook iets bij uit de toespraak van de voorzitter. Het bestuur had voor de opening gezocht naar iemand, een bestuurder liefst, die toch iets met water te maken moest hebben. Hij begon met ministers zoals een Dijkstal of een Zalm, maar die wilden niet. Een Pronk vond hij zelf niets. Een Sorgdrager wilde hij ons ook niet aan doen. En een Kok of een De Boer, wat hadden die nou met water. Onze voorzitter zou het aan een Tuijnman vragen, dat zou toch wel heel uniek zijn. En gelukkig, burgemeester Tuijnman wilde wel en zij verklaarde de haven voor geopend.
Rijkspolitie te water, Havendienst en Brandweer gaven die dag ook blijk van hun aanwezigheid.
Een hele lege jachthaven
Het nieuwe talud komt al in beeld
IJsgang in de strenge winter, het werk ligt stil
Het werk gaat weer verder, de zinkstukken Aanstorten en afwerken talud rond de haven
Zijn duidelijk te zien
De vlotten weer terug in de haven
Afwerken damwand aan de zuidzijde van de haven
Bijna alles is netjes afgewerkt, de schepen liggen weer op zijn plaats. Daar doe het allemaal voor.
Het nieuwe naambord, klaar voor de feestelijke onthulling
Burgemeester Tuijnman verricht de openingshandeling
Brandweer, Rijkspolitie te water en Havendienst, maar ook de olieboot lieten zich zien en horen
Daarna was het de beurt aan De Slobbers voor hun bijdrage aan het feest
2003
Vijftig jaar bestaat onze Watersportvereniging nu. En wat hebben we bereikt?
We hebben een vereniging van gezellige mensen.
We hebben een fantastische accommodatie
We hebben een bestuur, waar je als lid niet zoveel van merkt, maar dat gewoon de zaken regelt.
We hebben een buitengewoon actieve technische Commissie. Is er geen werk dan zoeken ze het. Vinden ze het niet, dan maken ze het.
Ieder jaar zijn er een aantal activiteiten: een voorjaars- en een najaarsvergadering, een rommelmarkt, een barbecue, we halen de sint binnen, er is mogelijkheid voor winterberging en voor onderhoud aan de schepen.
Op 10 november bestaan we 50 jaar.
Op 14 november 2003 vieren we het feest van die vijftigste verjaardag.